E-mail deze uitspraak

Uitspraak waar naar gelinkt wordt vanuit de e-mail die gestuurd zal worden:

ECLI:NL:GHSGR:2006:AZ2234
LJN AZ2234, Gerechtshof 's-Gravenhage, BK-04/03949

Inhoudsindicatie:

Successierecht. Erfgenaam woonde bij erflaatster in. Waarde woning. Rentedragendheid overbedelingsvordering.

In het verleden werd de waarde van de eigen woning bij verkrijging door een bloedverwant in de rechte lijn gesteld op 60 percent van de verkoopprijs welke zou kunnen verkregen indien die woning niet zou worden gebruikt. Uit de parlementaire behandeling die heeft geleid tot het vervallen van evengenoemde bepaling (Kamerstukken II 2001/02, 28 015, nr. 3, blz. 37), blijkt dat de wetgever heeft beoogd om bij de waardebepaling voortaan uit te gaan van de waarde in vrij opleverbare staat.

In het testament van belanghebbendes vooroverleden vader is bepaald dat de vordering wegens overbedeling rentedragend is, doch niet dat die rente dat eveneens is. Bij gebreke van een bepaling in laatstbedoelde zin moet het ervoor worden gehouden dat de testator een enkelvoudige rente heeft beoogd. Hieraan doet niet af dat de rente eerst bij het overlijden van belanghebbendes moeder opeisbaar was. Omtrent de verhoudingen die de testator met de ouderlijke boedelverdeling heeft willen regelen en de omstandigheden waaronder het testament is gemaakt is in rechte niet meer komen vast te staan dan in het testament zelf is bepaald, te weten dat hij daarmee mede heeft willen voldoen aan een dringende morele verplichting om zijn echtgenote voldoende verzorgd achter te laten. Deze achtergrond van de ouderlijke boedelverdeling brengt niet mee dat de bewoordingen van het testament inzake de rente onduidelijk zijn. Afwijking van die duidelijke bewoordingen is niet toegestaan.

Van


Aan


Opmerkingen (optioneel)


E-mail

Terug

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie